Peter de Grote was een schurk
Peter de Grote was een schurk, maar wist hij dat zelf? Kan men iemand die overtuigd is van de juistheid van zijn daden eigenlijk wel als schurk bestempelen? Was Peter niet eerder een soort Robin Hood? Iemand die zijn eigen legaliteit schiep met het doel om de staat te kunnen verbeteren?
De jongen die in 1682 op zijn tiende tsaar werd, wist zich heel lang aan alle regeringsverantwoordelijkheid te onttrekken. Peter gedroeg zich op zijn zesentwintigste nog het liefst als een eenvoudig timmerman. Hij had een geweldige hekel aan het hofceremonieel en zag meestal kans dit te ontlopen. Zijn jeugd bracht hij voornamelijk door in de zomerpaleizen die wijlen zijn vader even buiten Moskou had laten bouwen. Daar hield hij zich bezig met zeilen en soldaatje spelen, ver van het politieke leven in het Kremlin, waar zijn halfbroer en later zijn halfzuster de macht uitoefenden.
Peter bleef een outsider
Peter bleef een outsider, iemand die zich niet volgens zijn rang, stand en maatschappelijke positie wenste te gedragen. Toen hij een tiener was wilde hij per se in zijn eigen speelregimenten alle rangen doorlopen vanaf gewoon soldaat. Gefascineerd door Nederlandse zeilschepen liet Peter zich in Archangel eerst matroos, bootsman, stuurman en ten slotte kapitein maken door zijn Nederlandse vrienden. In juli 1696 oogstte hij roem als tsaar door de inname van Azov. Zijn roem drong zelfs door tot in Europese huiskamers, omdat hij bij de Zwarte Zee, aan de [48]monding van de Don, de Turken een nederlaag had toegebracht. Tegen hen had de Oostenrijkse keizer al in geen jaren meer een succes behaald. Maar Peter bleef zich onttrekken aan zijn verantwoordelijkheden als tsaar.
Peter was eerste tsaar die buiten zijn land reisde
Meteen na de feestelijke intocht in Moskou ter ere van de behaalde successen, reisde hij—ongehoord voor een tsaar van Rusland—naar het buitenland. Begin maart 1697 vertrok Peter incognito, als onderofficier Peter Michajlov, in het gevolg van een officieel Russisch gezantschap naar de Europese hoven. Niemand mocht weten dat de tsaar buiten de grenzen van Rusland was. Na de terugkeer van zijn lange verblijf buitenslands begon Peter een aantal zo on-Russische hervormingen van boven af door te voeren, dat al gauw het gerucht ging dat de tsaar in het buitenland was overleden en er nu een `Duitser’ op de tsarentroon zat. Anderen meenden dat de antichrist Rusland regeerde.
Peter hield geen rekening met het mensenmateriaal, of het nu bojaren of boeren waren. Daarom kon hij zijn onmenselijke plannen zo vol energie en zonder aarzelen uitvoeren. Zijn Russen hadden nooit gehoord van de door hem helaas maar half begrepen, verlichte ideeën die Peter in Nederland en Engeland had opgestoken van mensen die door hun zichtbare welstand en hun vaardigheden aan Peter overduidelijkhun superioriteit bewezen hadden. Zijn Russen begrepen nergens wat van. Hij had gezien hoe het moest. Hij zou het wel eens gaan regelen. De Russische historicus Nikolaj Karamzin schreef in 1835: `Nu hij Europa had gezien, besloot Peter Rusland te veranderen in Holland.’
Peter ging Rusland veranderen in Holland
Vijfentwintig jaar lang voerde Peter de ene hervorming na de andere door. Hij dwong de mannen hun baarden af te scheren (een doodzonde volgens de Russische patriarch). Hij dwong ze om hun kaftans uit te trekken en voortaan `Duitse’ kleding te dragen. De vrouwen dreef hij uit hun [49]vrouwenverblijven om aan het openbare leven deel te nemen. Van 1700 tot aan zijn dood in 1725 liet Peter in Rusland de ene ingrijpende maatschappelijke verandering op de andere volgen. Toen hij stierf was Rusland Rusland niet meer. Van een onbeduidend land aan de periferie van de beschaafde wereld, was Rusland geworden tot een Europees land dat meetelde in de internationale politiek. Het land zelf was uit zijn voegen gebarsten. Voor het eerst maakten niet-Russischsprekende volken, zoals Esten, Letten en Litouwers, deel uit van wat sinds Peter de Grote niet langer Rusland, maar het Russische Rijk heette. De Russisch-Orthodoxe kerk was door Peter na de dood van Adriaan in 1700 zonder patriarch gelaten en ondergeschikt gemaakt aan de wereldlijke macht. De strijd met de kerk had zijn vader reeds beslecht. Maar Peter had de rijkdommen van de kloosters ingepikt en de monniken tot dienstbaarheid verplicht. Peter introduceerde massamedia als prent, pamflet en ‘koeranty’ om de bevolking te bespelen. Om het effect te vergroten ontwierp hij een nieuwe, eenvoudiger Russische drukletter waarin hij ook de leerboeken liet drukken die onder zijn toezicht werden vertaald. Hij richtte scholen op voor jongens van adellijke afkomst. Pas als de jongens een proeve van bekwaamheid in lezen en schrijven hadden afgelegd, kregen ze toestemming om te trouwen.
Alle Russen moesten de staat dienen
Hij schokte de adel door de invoering van de dienstplicht en de rangentabel. De rangentabel verklaarde alle militairen en ambtenaren met een bepaalde rang automatisch van adel. Er wordt wel beweerd dat Peter de lijfeigenschap echt definitief heeft ingevoerd met een aantal van zijn hervormingen. Hij bond de boeren aan de grond. De boeren werden eigendom van de adel, die de boeren naar believen te werk kon stellen in de door Peter gestimuleerde industriële ondernemingen. Toen Peter stierf, beschikte Rusland over het grootste staande leger in Europa. Sinds [50]zijn legers tijdens de oorlog met Zweden enige tijd langs de kust van de Oostzee van Denemarken tot aan Sint-Petersburg gelegerd waren geweest, werd Rusland uitgenodigd voor internationale conferenties.
Bronnen over Peter de Grote
Er zijn niet veel bronnen over Peter de Grote. De Moskouse kronieken, bijgehouden sinds de veertiende eeuw, werden op last van de tsaar gestopt. Peters tijdgenoten schreven nog geen dagboeken of memoires, op een heel enkele uitzondering na, waarin de schrijver zich dan weer niet uitliet over Peter.
Wel bestaat er een eindeloze anekdotenliteratuur over Peter, waaruit door historici naar behoefte geput wordt om eigenschappen van de tsaar te illustreren. Om een voorbeeld te noemen. Een anekdote over een Baltische boer die de eigenaar blijkt te zijn van een stuk land dat Peter geschonken heeft aan een van zijn trouwe medewerkers: de boer daagt Peter voor het gerecht. Peter verschijnt, hoort de uitspraak van de rechters, juicht het toe dat hij, Peter, de tsaar, in het ongelijk wordt gesteld. Hij prijst de rechters om hun onpartijdigheid en zoent de rechters op het voorhoofd. Deze anekdote moet de grote waarde die Peter hechtte aan `recht’ illustreren. Maar anekdoten worden anekdoten omdat ze verhalen van een bijzondere situatie: het was heel bijzonder dat Peter zo deed. Anders was het geen anekdote geworden.
De Engelse bisschop Gilbert Burnet
Bisschop Gilbert Burnet (1643-1715) had toen Peter in Londen was in 1697-1698, veel met hem over de verhouding tussen kerk en staat gediscussieerd: `He is a man of a very hot temper, soon inflames, and very brutal in his passion; he raises his natural heat, by drinking much brandy, which he rectifies himself with great application: he is subject to convulsive motions all over his body, and his head seems to be affected with these; he wants not capacity, and has a larger [51] measure of knowledge, than might be expected from his education, which was very indifferent; a want of judgment with an instability of temper, appear in him too often and too evidently; he is mechanically turned, and seems designed by nature rather to be a ship-carpenter, than a great prince.’
In Rusland hangt de appreciatie van Peter af van hoe men daar op dat moment denkt over het verleden en de toekomst van Rusland, over de verhouding van Rusland tot het Westen en over de aard van de sociale en politieke problemen van het land.
De Russische historicus Vasili Kljoetsjevski
De Russische historicus Vasili Kljoetsjevski (1841-1911) hield in Moskou zijn studenten voor: `Het verdriedubbelen van de belastingdruk en de gelijktijdige daling van de bevolking met minimaal twintig procent — dat zijn feiten. De staat is veel sneller gegroeid dan de economie. Het land was geruïneerd, maar Rusland kreeg een plaats en werd opgenomen in de kring van Europese naties.’ Peter voerde van 1695 tot 1721 onafgebroken oorlog. Door slechte verzorging stierven de rekruten van uitputting, honger en ziekten in groter aantallen dan ten gevolge van oorlogshandelingen. Steeds weer nieuwe lichtingen moesten door de boerendorpen worden afgeleverd. De soldaten dienden tot ze te oud en te ziek waren en keerden dus meestal niet terug naar hun dorp. Het afscheid van de rekruten werd plechtig gevierd met een begrafenisritueel. Niet alleen soldaten werden onvrijwillig gerekruteerd, ook de mannen die vestingwerken,kanalen en ten slotte een hele stad, Sankt-Peterboerg moesten bouwen, werden gedwongen uit hun boerenbedrijf gehaald. Deze massale bouwprojecten werden onder soortgelijke slechte omstandigheden, onvoldoende onderdak en slechte voeding gebouwd en aangelegd. In de ijzermijnen waren werkkrachten nodig, ook zij werden onder dwang geronseld.
Andere Russische historici
Andere Russische historici erkennen de hervormingen die Peter [52] heeft doorgevoerd als grote stappen voorwaarts voor de Russen. Waren ze niet onder leiding van Peter de Grote een serieus land om rekening mee te houden geworden in Europa? Peter had scholen gesticht. Veel kennis en vaardigheden waren overgedragen, moderne technieken waren door Peters toedoen in Rusland geïntroduceerd en door de door Peter gecontracteerde buitenlanders onderwezen aan de Russen.
Weer anderen menen dat Rusland zich zonder de misdadige haast van Peter ook wel op de reeds door tsaar Aleksej ingeslagen weg in een normaal tempo had kunnen moderniseren. Een recente studie over de buitenlandse politiek van Peter, is geschreven in de nadagen van de Brezjnevtijd. Het boek heeft veel waardering voor de wijze waarop Peter Rusland introduceerde in de wereldpolitiek. Peter is tegenwoordig populair. Zocht hij geen technische expertise in het Westen toen bleek dat zijn legers militair niet waren opgewassen tegen de westerse methoden en technieken van oorlog voeren?
Over het aantal van zijn slachtoffers en het effect van de hervormingen kunnen historici twisten. Maar wat voor een man was Peter? Wat bewoog hem?
Wat voor een man was Peter?
Peter is een onbegrijpelijke figuur. Van zijn vader kan je je een heel aardig beeld vormen aan de hand van veel minder gegevens. Tsaar Aleksej hield van valkenieren, ontwierp zelf een paleis, was geïnteresseerd in moderne landbouwtechnieken om de voedselproduktie te vermeerderen en zo meer mensen langer onder de wapenen te kunnen houden, was erg religieus, liet zijn jonge tweede vrouw toneelvoorstellingen organiseren waar hij acht uur achter elkaar geboeid naar kon zitten kijken. Daarentegen is het heel moeilijk om je Peter voor te stellen. Uit zijn nagelaten papieren kom je niet veel te weten. Het zijn aantekeningen voor nieuwe verordeningen, oekazes, brieven van zakelijke inhoud,[53] met een grapje of een vriendelijk woord, dat soms wel, maar zonder bespiegelingen.
Aleksandr Poesjkin over Peter
Wat was Peter voor iemand? Dat intrigeerde ook veel Russische schrijvers. In verhalen of romans probeerde ze Peter te portretteren. De twee beroemdste Russische schrijvers zijn ooit begonnen aan een historische roman over Peter. Aleksandr Poesjkin schreef honderd jaar na de dood van Peter de Grote zeven hoofdstukken aan `De Moor van Peter de Grote’. De Moor Ibrahim was door Peter naar het buitenland gestuurd om een opleiding te gaan volgen. Afgestudeerd in de krijgskunst en zelfs gewond geraakt in Franse dienst, had de Moor in Frankrijk een gehuwde Franse adellijke dame versierd. Net als Adolphe met zijn Eleonore tien jaar eerder — Adolphe van de Franse schrijver Benjamin Constant verscheen in 1816 — zat Ibrahim een beetje met de situatie in zijn maag. Als enige dagvulling de vrijer van een dame te zijn, ging vervelen. Adolphe kreeg brieven van zijn vader, die hem de voorzichtige raad gaf met zijn dame te breken. Ibrahim kreeg geen brieven van zijn vader maar van de tsaar. Als tsaar Peter hem voor de zoveelste keer dringend doch vriendelijk verzoekt naar Rusland terug te keren, vertrekt hij met achterlating van een brief voor Leonore. Op het laatste paardenwisselstation voor hij in Sint-Petersburg aankomt, zit tsaar Peter al op hem te wachten.
Poesjkins pen schetst Peter als een hartelijk, impulsief handelende, hardwerkende, serieuze pater familias die zich overal mee bemoeit. Niet alleen tot in de details met alle staatszaken maar ook met het persoonlijk geluk van zijn ondergeschikten. Als Peter merkt dat de Moor pruilt wegens het gemis van zijn Leonore en hij bij het bericht van een liaison van Leonore met een nieuwe minnaar zelfs droevig wordt, grijpt de tsaar in en vindt een bojarendochter voor hem.
De eerste hoofdstukken laten zien dat Poesjkin zich goed [54] heeft ingelezen in de geschiedenis van Peter I. Waarom maakt hij het boek niet af? Wist hij niet hoe het verder moest met Ibrahim en Leonore? Of wist hij niet wat hij met Peter verder aan moest?
Lev Tolstoj over Peter
Lev Tolstoj is ook begonnen aan een historische roman over Peter de Grote. Hij werkte eraan in de jaren 1872-73, drie jaar na Oorlog en vrede. Tolstoj kreeg geen greep op `die dronken syfilislijder Peter met zijn paljassen’. Ook Tolstoj maakte zijn opzet niet af. Poesjkin en Tolstoj probeerden Peter te begrijpen en dat lukte niet. Alle twee stamden ze af van een historische figuur uit de nabijheid van Peter. Poesjkins grootvader van moederszijde was de zoon van de zwarte gunsteling van Peter. Ibrahim Hannibal was geboren in 1696, in 1703 gekidnapt door slavenhandelaren en twee jaar later aan Peter cadeau gegeven door een van zijn diplomaten. Graaf Lev Tolstoj was een afstammeling van de doortrapte diplomaat Pjotr Iljitsj Tolstoj, die de doodsbange, naar het buitenland gevluchte zoon van Peter de Grote onder valse voorwendselen teruglokte naar Rusland, zijn dood tegemoet. Peter beloonde hem ervoor met de grafelijke titel.
Poesjkin en Tolstoj werden gehinderd door een weerstand die ze voelden tegen Peter. Ook Peters tijdgenoten, historici, schrijvers en zelfs verzonnen personages, erkennen — volgens Xenia Gasiorowska in haar studie over het beeld van Peter in de Russische literatuur — het ongrijpbare element van vreemdheid dat onmogelijk te beschrijven of te verklaren, maar onmiskenbaar aanwezig is. (X. Gasiorowska, The image of Peter the Great in Russian fiction. Madison 1979.)
Toch heeft elke Rus een mening over Peter de Grote. Hij is tegen of voor.
Mark Azbel vergelijkt Stalin en Peter
Mark Azbel, een Russisch natuurkundige, is heel duidelijk over Peter. Hij schrijft wat hij van Peter vindt helemaal aan het begin van zijn autobiografie Refusenik, waarin hij zijn avonturen vertelt onder Hitler en Stalin, eerst in Charkov en later in Moskou, tot aan zijn vertrek naar Israël.[55]
`Er zijn mensen die Hitler en Stalin even grote schurken willen noemen. Dat is niet juist. Stalin was een groter schurk dan Hitler. Want Stalin richtte zijn eigen mensen te gronde. Hitler zocht daar “anderen” voor uit. Echter, als je naar het aantal slachtoffers kijkt van Stalin, valt dat geheel in het niet bij het aantal mensenlevens dat het bewind van Peter de Grote kostte. Je moet dan natuurlijk het aantal slachtoffers zien in verhouding tot het aantal inwoners van zijn rijk in die tijd. Peter de Grote liet zijn nieuwe hoofdstad, Sint-Petersburg, in een moerasgebied bouwen, op mensenbeenderen. Op de botten van de arbeiders die bij de bouw stierven van honger, koude en uitputting. De bouw van Petersburg kostte een miljoen mensenlevens. Een tweede miljoen stierf bij bouwprojecten elders in Rusland en in het leger. Twee miljoen van de veertien miljoen inwoners in Peters tijd kwamen om. Dat is nu de belangrijkste bijdrage van Peter de Grote aan de Russische geschiedenis. Rusland gedenkt Peter als de veldheer die de Oostzeekust veroverde op de Zweden, die de westerse cultuur naar Rusland bracht, die zijn onderdanen het goede voorbeeld gaf door zich in de wetenschap, het timmeren en de scheepsbouw te bekwamen. Maar bij al die inspanningen vermoordde hij een hoger percentage landgenoten dan Stalin.’
Mark Azbel vindt Peter de Grote een schurk. Maar wanneer is iemand een schurk? Een voorwaarde is dat hij zelf weet dat zijn daden niet goed zijn. Dat was aantoonbaar het geval bij Peter de Grote. Vreemd genoeg maakt niet het verspelen van de levens van twee miljoen arbeiders en soldaten, wat Azbel Peter verwijt, Peter tot een schurk. Peter was op zijn manier zorgzaam voor zijn soldaten. Stuurde ze niet roekeloos de strijd in en liet buitenlandse artsen in Moskou een soldatenhospitaal bouwen om daar artsen voor het leger op te kunnen leiden. Hij was zuinig op zijn soldaten en waarom zou hij dan ook niet zuinig [56] geweest zijn op zijn arbeiders? Dat er epidemieën uitbreken ten gevolge van ondervoeding en onzindelijke huisvesting, wist men pas een halve eeuw later. Hier gaat Peter, zou je kunnen zeggen, vrijuit. Maar het is mogelijk twee gevallen aan te wijzen waarin Peter wist dat hij verkeerd deed.
Het neerslaan van de opstand van de Schutters
Het eerste geval betrof zijn ongewoon meedogenloos optreden tegen de schutters, een soort beroepssoldaten, die toen Peter in 1697-1698 met het Grote Gezantschap in het buitenland rondreisde, in opstand waren gekomen. Van de tweeduizend opstandelingen werden er dadelijk al 130 ter dood gebracht. De anderen werden in afwachting van de terugkeer van Peter gevangen gezet.
De schutters waren de vroegere elitetroepen, gewend om in vredestijd in Moskou het Kremlin te bewaken, bij hun vrouw en kinderen te wonen en allerlei lucratieve bijbaantjes te hebben. Zij waren tegen hun zin overgeplaatst naar de grenzen van het rijk. Peter wilde in Moskou voortaan alleen zijn op nieuwerwetse wijze getrainde regimenten gelegerd hebben. De grieven van de schutters waren dat zij de gevaarlijkste karweien op te knappen kregen en dat ze hadden moeten vechten onder bevel van een goddeloze buitenlander, een protestantse generaal, Frans Lefort. Tweeduizend van hen hadden opdracht gekregen om van de vestingstad Azov bij de Krim naar het noorden te marcheren, naar de grens met Polen. Zij kregen geen gelegenheid om hun gezinnen op te zoeken in Moskou. Dat was de druppel die de emmer deed overlopen. In juni 1698 besloten ze op te marcheren naar Moskou.[57]
Tsaar Peter was in Wenen toen hij hoorde van de opstand van de schutters. Hij brak zijn reis onmiddellijk af — hij was van plan om nog naar Venetië te gaan — en snelde terug richting Moskou. Hij vatte de zaak zeer ernstig op. Hem stond nog helder voor ogen hoe bij een schuttersoproer de broers van zijn moeder en haar stiefvader vermoord waren waar hij bij stond. Peter was toen tien jaar oud.
Aangekomen in Moskou, wilde Peter achter de namen van de aanstichters van de opstand komen en gaf opdracht alle gevangenen te verhoren. Verhoren betekende dat de gevangenen werden geslagen met de knoet en zachtjes geroosterd op het vuur. De meesten wilden dan nog niets zeggen. De martelingen werden uitgevoerd in Preobrazjenskoje. Peter had daar veertien martelkamers laten bouwen. Buitenlanders werden geweerd. Peter zelf was bij de martelingen aanwezig. `Peter wantrouwde de bojaren zozeer dat hij bang was de ondervraging aan hen over te laten,’ schrijft een westerse gezant, Korb, in zijn dagboek. De 1.714 mannen werden beurtelings geslagen met de knoet en boven het vuur geroosterd, vanaf half september tot diep in oktober. Wie het één bekend had werd opnieuw gefolterd tot hij ook het andere bekende. Wie niet meer kon spreken werd door Peters persoonlijke lijfarts weer opgelapt om opnieuw gefolterd te kunnen worden. De hele gruwelijke operatie werd in het geheim uitgevoerd, maar heel Moskou wist ervan en sidderde. Er was Peter heel wat aan gelegen om westerse pottenkijkers uit de buurt te houden. Een groepje diplomaten wilde wel eens uitvinden wat er waar was van alle gruwelijke geruchten en waagde het naar Preobrazjenskoje te rijden, waar hun het gekreun en gebrul uit de kelders tegemoet klonk. Toen ze werden opgemerkt konden ze slechts door hun paard de sporen te geven aan de woedende soldaten ontsnappen.
De patriarch besloot Peter te smeken een einde te maken aan de ongehoorde verschrikkingen. Gewapend met [58] een ikoon van Maria vroeg hij Peter om medelijden te hebben. Peter werd boos dat hij zich met wereldse zaken bemoeide en hield de patriarch voor dat hij, Peter, Moskou moest redden, niet met medelijden maar met wreedheid.
Peter was geen sadist, schrijft Peters meest recente biograaf, Robert Massie; de martelingen waren in de ogen van de tsaar noodzakelijk. Hij moest informatie achterhalen in het belang van de veiligheid van de staat. Executie was toen ook in het Westen een gewone straf voor hoogverraad. Peter stelde een voorbeeld. Iedereen wist nu dat onder zijn `Duitse’ jas een Moskovische tsaar huisde.
Heeft Peter wel of niet vijf leiders van deze opstand eigenhandig het hoofd afgeslagen? Niemand die het zelf gezien heeft, heeft het opgeschreven. Het ooggetuigenverslag komt van iemand die het aan de schrijver van een dagboek verteld heeft. Er zijn meerdere getuigenissen hoe de naaste medewerkers van Peter moesten helpen met de executie van de 1.200 schutters, die terechtgesteld werden door onthoofding, vierendeling en ophanging. De Deense gezant, Heinsius, schreef op 28 oktober 1698: `Die arme ongelukkigen, wie het lot treft in hun handen te vallen, hebben veel meer geleden dan de anderen, daar deze Heren het vak niet goed geleerd hebben.’ Peters medewerkers van buitenlandse afkomst weigerden aan de executies deel te nemen. Zij zeiden dat in hun landen mensen van hun rang niet gewoon waren beulswerk te doen.
Omdat Peter vermoedde dat zijn halfzuster achter deze tweede grote schuttersopstand zat, liet hij de drie aanstichters ophangen vlak voor het raam van haar kamer in het Nieuwe Maagdenklooster waar hij haar had laten opsluiten. De verhoren, folteringen en executies gingen maanden door. De galgen bleven al die tijd staan, de winter was ingevallen en pas in het voorjaar werden deze afschrikwekkende bewijzen van het genadeloos optreden tegen elke poging van oppositie tegen Peters bewind wegens de stankoverlast [59] opgeruimd. De schutters die het leven behielden, jongelingen jonger dan twintig jaar, werden naar garnizoensplaatsen aan de grenzen van Rusland gestuurd. Ook vrouwen en kinderen van de omgebrachte schutters werden uit Moskou verbannen. Het was de bevolking verboden deze vrouwen en kinderen te helpen.
Peter had in West-Europa hoge verwachtingen gewekt. De tijden zouden gaan veranderen in Rusland. De massale folteringen en terechtstellingen maakten echter een erg slechte indruk op de buitenlanders in Moskou en op de mensen in het Westen die Peter hadden begroet als een hervormer. Toen het Peter twee jaar later ter ore kwam dat er in Wenen een boek over zijn moordpartijen was verschenen, greep hij in. Het boek was het dagboek van de Oostenrijkse gezantschapssecretaris Johann-Georg Korb en het beschrijft uitgebreid de schuttersaffaire. Korb was een paar maanden voor Peters terugkeer in Moskou gearriveerd, in april 1698. In juni 1699 keerde zijn ambassade weer terug. Toen zijn dagboek in 1701 in Wenen in het Latijn verscheen, liet Peter het dadelijk in het Russisch vertalen. Peter begreep dat dit nauwkeurige verslag van zijn optreden zijn imago in het Westen geen goed zou doen. Een diplomatieke crisis brak uit. Ten slotte kreeg Peter keizer Leopold I zover dat deze het dagboek van Korb in beslag liet nemen en vernietigen. Peters agenten kregen opdracht om ook de reeds verspreide exemplaren terug te kopen.
Het proces tegen zijn zoon, kroonprins Aleksej
Het tweede geval waarin we Peter gerust een schurk kunnen noemen, betrof het met voorbedachte rade ombrengen dan wel doen ombrengen van zijn zoon, de troonopvolger Aleksej (geboren in 1690). Nog voor haar dood had Peters moeder ervoor gezorgd dat er een troonopvolger voor Peter geboren werd. Daartoe had Peter op zeventienjarige leeftijd een saaie, ouderwetse vrouw getrouwd. Hij hield niet van haar en ook niet van zijn zoon. Zijn zoon [60] mocht al op jeugdige leeftijd mee op veldtocht, maar anders dan zijn vader vond hij dat niet leuk maar vervelend, het soldatenvak lag hem niet. Toen Aleksej acht jaar oud was, sloot zijn vader zijn moeder op in een klooster. Volgens de toen heersende gewoonten kon Peter opnieuw trouwen, hij was weduwnaar. Zijn zoon werd onder de hoede van een van zijn naaste medewerkers geplaatst.
Aleksej heeft maar een jaar normaal les gehad van een Duitse leraar. Daarna raakte zijn schoolopleiding in de versukkeling. Hij werd erg aan zichzelf overgelaten. Toen Aleksej negentien jaar was mocht hij enige tijd in Dresden studeren. Hij bracht deze tijd geïsoleerd door met het grondig bestuderen van Russische religieuze literatuur.
Ook Aleksej moest een rol vervullen in de huwelijkspolitiek van zijn vader. Onder Peters regering huwden voor het eerst sinds de middeleeuwen weer Russische prinsessen in Europese vorstenhuizen. Aleksej werd uitgehuwelijkt aan een Duitse prinses, Charlotte van Wolfenbuttel. Zij woonden enige tijd samen buiten de grenzen van Rusland. Daarna kreeg Aleksej opdracht van de tsaar naar het front te komen en zijn jonge vrouw om naar Petersburg te verhuizen. Aleksej schijnt geen andere relatie met haar gehad te hebben dan dat zij de draagster van zijn kinderen was. Op het laatst woonde Aleksej, als hij al thuis was, met zijn Finse bijzit Afrosinja, op wie hij zeer verliefd was, in een eigen vleugel van hun huis. Charlotte was zeer eenzaam en ongelukkig in Petersburg. Bij de geboorte van hun tweede kind, Pjotr Aleksejevitsj, werd ze ziek en stierf.
Aleksej kon in de ogen van zijn vader niets goed doen. Hij interesseerde zich ook helemaal niet voor de dingen waar zijn vader warm voor liep. Om hem heen verzamelden zich mensen die hem naar de mond praatten en ook niet enthousiast waren over de hervormingspolitiek van Peter. Voor hen gingen de veranderingen veel te snel.[61]
Peter schreef Aleksej enkele brieven waarin hij hem op zijn plichten wees en hem voor de keus stelde zich een waardige kroonprins te betonen of anders af te zien van de opvolging en zich in een klooster terug te trekken. Aleksej raakte in paniek. Hij nam het geloof serieus maar voelde er niets voor om zich in een klooster te begraven en zijn Afrosinja te missen. Hij reisde op advies van een vriend naar het buitenland. Bij de Duitse keizer, die was getrouwd met een zusje van zijn overleden vrouw, vroeg hij asiel. De keizer hield hem enkele maanden verborgen. Maar Peter accepteerde deze situatie niet. Vanuit Spa, waar Peter in 1717 verbleef om de wateren te gebruiken, gaf hij opdracht aan Pjotr Iljitsj Tolstoj om Aleksej op te sporen en desnoods met list en bedrog naar Rusland terug te voeren. Daarin slaagde Tolstoj. De keizer, die bedreigd werd met een diplomatieke crisis, liet Aleksej onder vier ogen vragen of hij werkelijk uit vrije wil mee terugging naar Rusland. Aleksej had van Tolstoj de belofte gekregen dat hij toestemming van Peter kreeg om met zijn maitresse te trouwen en dat hij verder met rust gelaten zou worden. Hij ging vrijwillig mee.
In Petersburg werden eerst Aleksejs vrienden opgepakt, gefolterd en terechtgesteld. Aleksej werd aanvankelijk met rust gelaten. Iedereen die hem geholpen of met hem gesympathiseerd had, werd ondervraagd, gefolterd en velen werden gestraft.
Er gingen enkele maanden voorbij voordat ook Aleksej werd gearresteerd, opgesloten, verhoord, gefolterd en berecht. Op 19 juni 1718 kreeg hij vijfentwintig slagen met de knoet. Op 24 juni vijftien. De knoet, een gesel bestaande uit een stok met een of meer dunne riemen, is te vergelijken met onze kat met negen staarten. Bij elke slag op de blote rug worden enkele repen huid weggeslagen. Na de behandeling met de knoet was Aleksej bereid alles te vertellen. De vellen hingen in repen aan zijn rug. Hij bekende [62] dat hij zijn biechtvader had gezegd: `Ik hoop dat mijn vader doodgaat.’ Hij bekende zijn folteraar dat hij zelfs bereid geweest zou zijn om met een leger van de Duitse keizer op te rukken naar Rusland en zijn vader van de troon te stoten. Diezelfde dag in de avondzitting, bevonden de 127 leden van het gerechtshof hem schuldig. Peter liet vrijwel iedereen met een functie van enig gewicht, zijn naaste medewerkers, generaals, ministers, vlootcommandanten enzovoort hun handtekening plaatsen onder het vonnis. Nu moest Peter het vonnis alleen nog maar met zijn eigen handtekening bekrachtigen.
Op 26 juni 1718 ging Peter op bezoek bij zijn zoon in de kerkers van de Peter-en-Paulsvesting. Diezelfde dag overleed Aleksej. De doodsoorzaak is niet bekend. Veertig slagen met de knoet overleeft misschien een enkele sterke gezonde kerel maar een gewoon mens niet, schrijft Peters biograaf Robert Massie. Aleksej kreeg een staatsbegrafenis. Peter was bedroefd. De volgende dag werd gewoon het jaarlijkse feest ter herdenking van de slag bij Poltava gevierd (de grote overwinning op de Zweden midden in de Oekraïne in 1709).
Voor de tweede keer had hij met ferme middelen de oppositie tegen zijn regering vernietigd. De buitenlanders in Sint-Petersburg gruwden. In hun verslagen vermeldden zij hoe ook dames uit de kennissenkring van Aleksej waren gefolterd. Iedereen was bang. Sommigen schreven dat Peter zijn zoon eigenhandig het hoofd had afgeslagen en dat ze de dame kenden die het weer aan de romp had vastgenaaid. De Nederlandse gezant, die nogal openhartige verslagen van de processen naar zijn regering in Den Haag stuurde, werd het land uit gestuurd.
Peter wist dat volgens de heersende normen zijn optreden niet door de beugel kon. In Den Haag liet hij in het Frans een manifest drukken dat hij liet toesturen aan onder andere de Nederlandse regering. Het manifest moest de [63]degelijke juridische basis leveren van de beschuldigingen in het proces dat hij had verkozen te voeren tegen zijn zoon.
Met de dood van zijn zoon had Peter zoals gezegd voor de tweede keer met succes een eind gemaakt aan de oppositie tegen zijn bestuur. De schuldigen waren gestraft en bij de potentiële sympathisanten zat de schrik er weer goed in. Maar het aantal slachtoffers dat het leven verloor bij het terechtstellen van de opstandige schutters en van Aleksej en zijn medestanders, passen in één kaartenbak. Anders is dat met het aantal mensenlevens dat Peters hervormingsbeleid kostte. Maar vallen deze slachtoffers hem aan te rekenen? Volgens mijn eigen definitie van een schurk — een schurk is alleen een schurk als hij zelf weet dat wat hij doet schurkachtig is — vallen alleen het folteren van de schutters en het verhoren van zijn zoon tsaar Peter aan te rekenen. Dat leidt dan tot de mijns inziens zeer goed te verdedigen conclusie dat Peter wat betreft de twee miljoen onderdanen die het leven lieten in zijn talrijke projecten, vrijuit gaat.
Peter de Grote, een hervormer die mensen verslond staat in de bundel: Russische schurken.Verzameld door Marc Jansen en Erik van Ree. Amsterdam 1992. 47-63.
Enkele westerstalige boeken: Robert K. Massie, Peter de Grote. Amsterdam 1989. A.S.Poesjkin, De Moor van Peter de Grote, in: Dramatisch werk en proza. Amsterdam 1958. R. Wittram, Peter I Czar und Kaiser: Zur Geschichte Peters des Grossen in seiner Zeit. 2 dln., Göttingen 1964. X. Gasiorowska, The image of Peter the Great in Russian fiction. Madison 1979.
Meer Russische schurken? De andere schurken zijn: Bruno Naarden schreef een inleiding: ‘Het Russische kwaad’.7-26. Ivan de Verschrikkelijke, een toornige en paranoide tsaar door Arno Langeler. 27-64. Kwaadaardige vroomheid: Konstantin Pobedonostsev door Janine Jager.65-88. Sergéj Netsjajev, expert in waan, wil en wraak door M. F. F. Grosheide-van de Riet.89-114. Demon of zakenman? Azef de verrader door Marc Jansen.115-136. Een destructief type: Vladimir Oeljanov Lenin door V. Poesjkin.137-164. Een massamoordenaar van wereldformaat: Jozef Stalin door Z.R. Dittrich 165-186. De dolle baron: Roman von Ungern-Sternberg door Marc Jansen.187-202. Stalins monster: Lavrenti Beria door Erik van Ree.203-224.